|
Werkwijze - Specifiek
HET BEOORDELEN VAN DE WAARDE VAN VERKLARINGEN IN STRAFZAKEN
Het beoordelen van de waarde van verklaringen in strafzaken kan plaatsvinden op verzoek van de officier van justitie, de advocaat van de verdachte, of in opdracht van de rechter-commissaris. In alle gevallen volgt een uitgebreide rapportage.
Verklaringen van kinderen
Verklaringen van kinderen in strafzaken betreffen vaak vermoedens van seksueel misbruik, maar dat hoeft niet. Het kan ook gaan om vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. Tevens kan het zijn dat het kind mogelijk getuige is geweest van een moord, doodslag of een andersoortig misdrijf. De kinderen zijn meestal in een verhoorstudio gehoord en de verklaring van het kind is audiovisueel geregistreerd.
Wanneer drs. J. van der Sleen een verklaring van een kind beoordeelt, dan maakt zij daarbij gebruik van de volgende methoden:
Beoordeling van de inhoud van de verklaring van het kind
De inhoud van de verklaring van een kind wordt onderzocht op de aspecten: volledigheid, accuraatheid en consistentie (Merckelbach, Candel, Jelicic & Crombag, 2003).
Beoordeling van de kwaliteit van het verhoor in de kindvriendelijke verhoorstudio
Dit gebeurt aan de hand van het zogenaamde 'Scenariomodel voor het horen van jonge getuigen'. Dit model is ontwikkeld aan de Politieacademie te Zutphen (Dekens & van der Sleen, 2010) en is in Nederland algemeen aanvaard als de gewenste werkwijze bij het horen van kinderen.
Onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van de verklaring van het kind
Gekeken wordt of ondersteuning kan worden gevonden voor de mogelijkheid dat de verklaring van het kind is ontstaan, terwijl het delict niet of niet op de door het kind beschreven manier heeft plaatsgevonden (Crombag & Wagenaar, 2000; Rassin, 2001). Een mogelijkheid is bijvoorbeeld dat de verklaring van het kind over het vermeende delict is ontstaan, doordat het kind is beïnvloed door suggestieve vragen van volwassenen in de directe omgeving van het kind. Om de ontstaansgeschiedenis van de verklaring van een kind te kunnen onderzoeken, kan niet alleen gekeken worden naar het verhoor in de kindvriendelijke studio, maar moet ook gekeken worden naar de andere verklaringen in het dossier.
Klik hier voor een uitgebreide beschrijving van de beoordeling van de waarde van de verklaring van kinderen door drs. J. van der Sleen (pdf).
Verklaringen van volwassen aangevers en getuigen
Bij het beoordelen van verklaringen van volwassen aangevers en getuigen wordt enerzijds gekeken naar de kwaliteit van de verhoren (Van Amelsvoort, Rispens, Grolman, 2012). Daarnaast wordt gekeken of de ontstaansgeschiedenis van de verklaring voldoende is onderzocht en of er in het dossier ondersteuning te vinden is voor alternatieve scenario’s voor het ontstaan van de verklaring.
Verklaringen van verdachten
Wanneer een verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd wordt gekeken of het, naast de mogelijkheid dat de verdachte deze verklaring heeft afgelegd, omdat hij het misdrijf ook daadwerkelijk heeft gepleegd, mogelijk is:
- Dat de verdachte 'uit zichzelf' onterecht een bekennende verklaring heeft afgelegd zonder dat hij het misdrijf heeft gepleegd (bijvoorbeeld in verband met de aandacht die dit opleverde, omdat de verdachte psychotisch is en in de waan verkeert dat hij het misdrijf gepleegd heeft, of omdat de verdachte bekent om iemand anders te beschermen).
- Dat de verdachte onterecht een bekennende verklaring heeft afgelegd, omdat hij zich zodanig onder druk voelde staan dat hij besloten heeft te bekennen in de veronderstelling dat hij dan van deze druk bevrijd zou worden. De druk kan dan bijvoorbeeld bestaan uit het aangehouden zijn, in een politiecel moeten zitten, of uit druk die door de verhoorders op de verdachte is uitgeoefend tijdens het politieverhoor.
- Dat de verdachte onterecht een bekennende verklaring heeft afgelegd, omdat de verhoorders suggesties hebben aangedragen en hierdoor de verdachte zodanig is beïnvloed dat hij zelf is gaan geloven dat hij het misdrijf heeft gepleegd, terwijl dit niet het geval is.
Een belangrijk punt bij al deze mogelijkheden is de relatie tussen het ontstaan van de verklaring van de verdachte, de persoon van de verdachte en het gedrag van de verhoorders (zie hierover o.a. Gudjonsson, 2003; Nierop, 2007).
-
Amelsvoort, A. van, I. Rispens & H. Grolman (2010). Handleiding verhoor. Amsterdam: Reed Business Information bv.
- Crombag, H.F.M. & W.A. Wagenaar. (2000). Audite et alteram partem. Trema, 23, 93-96.
- Dekens, K. & J. van der Sleen. (2010). Handleiding het kind als getuige. Amsterdam: Reed Business Information bv.
- Gudjonsson, G.H. (2003). The psychology of interrogations and confessions. A handbook. Chichester: Wiley.
- Nierop, N. (2007). Juridische en psychologische aspecten van het verdachtenverhoor. In: A. van Wijk, R.A.R. Bullens & P. van den Eshof (red.), Facetten van zedencriminaliteit (p.193-210). 's-Gravenhage: Reed Business Information bv.
- Merckelbach, H.L.G.J., Candel, I., Jelicic, M. & H.F. M. Crombag (2003). De goede getuige. Trema, 6, 213- 220.
- Rassin, E. (2001). Het bepalen van geloofwaardigheid: de methode van de alternatieve scenario's. De Psycholoog, 36, 348 - 355.
Ga terug naar overzicht
|